Elektrode lassen

Elektrode lassen gebeurt voornamelijk op locatie. Het is een vorm van elektrisch booglassen.

Booglassen met beklede elektrode

BMBE lassen (Booglassen met beklede elektrode) wordt voornamelijk op locatie toegepast. Dit proces valt onder het elektrisch booglassen.

De afsmeltende elektrode die bestaat uit een kerndraad en een mantel brengt een elektrische boog tot stand. De kerndraad geleidt de stroom en is ook tegelijkertijd het toevoegmateriaal. Uit de mantel van de elektrode ontstaat door de hitte het beschermgas. Dit beschermgas helpt de boog in stand te houden en daarnaast wordt het vloeibare materiaal beschermt tegen invloeden van de buitenomgeving.

Het toevoeg materiaal smelt neer op het werkstuk en er ontstaat een slak ter bescherming van het gestolde lasmateriaal. Na het afkoelen van de las wordt de slak verwijderd.

Er zijn drie hoofdgroepen elektrodebekleding.

• Rutiel: wordt het meest toegepast. Het bevat een hoog gehalte titanium oxide en siliciumdioxide. Het voordeel is dat de elektrode eenvoudig te ontsteken is, de las krijgt een goede mechanische sterkte, goed toe te passen in alle posities,  lasmateriaal vloeit goed, spatvorming is gering door de relatief zachte lasboog.
• Basisch: heeft een hoog gehalte krijt (calciumcarbonaat) en calciumfluoride, het lasbad is zuiver schoon. Het waterstofgehalte is laag, daardoor krijg je een las met een zeer hoge kerftaaibaarbeid (dit betekend dat het breukbestendig is bij verschillende gebruikstemperaturen). Het nadeel is wel dat de las grof van structuur is, het lasproces is moeilijker, de lasslak is moeilijker te verwijderen en de lasbaarheid is minder in vergelijking met de rutielelektrode.
• Cellulose: bevat een hoog gehalte cellulose, dit is houtmeel. De lassnelheid is hoog, de las is diep en ongevoelig voor corrosie, goed toe te passen in alle posities, en geschikt voor het overbruggen van grotere lasopeningen.